Pocketsonde voor opmeten overjet of overbite
Met de pocketsonde kan zowel een overjet als een overbite gemeten worden. Aan de hand van de schaalverdeling op de sonde kan afgelezen worden hoe groot de overjet of overbite is. Op de sonde staat per millimeter een streepje (het eerste streepje staat op 3 mm) en na elke 5 mm staat een dikkere streep (die op zichzelf een millimeter breed is). Zo is snel het aantal milimeters te zien van de overjet of overbite.
Voor het opmeten van een overjet en overbite zijn er verschillende hulpmiddelen, afhankelijk van wat er gemeten moet worden.
- Voor het meten van een overjet (ook wel: sagittale of horizontale overbeet genoemd), kunnen zowel de pocketsonde, een lineaaltje, als de SOB-meter worden gebruikt.
- Voor het meten van een overbite (ook wel: verticale overbeet), kunnen de pocketsonde of een lineaaltje worden gebruikt. Daarbij kan sprake zijn van een negatieve overbite (waarbij de ruimte gemeten wordt die er in rust is tussen de onderste en bovenste snijtanden; ook wel open beet genoemd) en een positieve overbite (waarbij gemeten wordt in hoeverre de bovenste snijtanden over de onderste snijtanden heen geplaatst zijn in rust). Dit laatste is te meten door eerst met potlood horizontaal een streepje te zetten, direct onder de incisale rand van de bovenste centrale snijtanden (dit streepje komt dan op de labiale zijde van de onderste centrale snijtanden). Meet vervolgens de afstand van de incisale rand van de onderste centrale snijtanden tot het gezette streepje.
- Het meten van een overjet in combinatie met een open beet (een negatieve overbite), kan alleen met een SOB-meter.